[Update 20 dec.] Groen licht voor spelen op kunstgras met rubbergranulaat.
RIVM-onderzoekers: “geen gevaar voor volksgezondheid”. Naar aanleiding van het uitgebreide onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar het sporten op kunstgras met rubbergranulaat en de eventuele gezondheidsrisico’s daarvan concludeert het RIVM dat de resultaten geen aanleiding geven om gezondheidsschade te verwachten. Er zitten in de rubberkorrels wel stoffen die geassocieerd worden met kanker, maar in zulke kleine hoeveelheden dat er geen reden is voor een speelverbod. Het extra kankerrisico is ’verwaarloosbaar’.
Ook al zou een andere norm gehanteerd worden – die voor consumentenproducten – dan nog zou het advies hetzelfde zijn. Het onderzoek richtte zich immers op de gezondheidsrelatie en niet op Europese normen. Onder andere Vereniging Sport en Gemeenten (mede namens VNG), GGD GHOR, het ministerie van VWS en de KNVB nemen het advies van RIVM over.
Verschillende onderzoeken
Het RIVM is op verschillende manieren op zoek gegaan naar meer kennis over rubbergranulaat op sportvelden en eventuele effecten op de gezondheid. Op basis van een literatuuronderzoek heeft het RIVM alle relevante wetenschappelijke publicaties beoordeeld. Deze bevindingen zijn gecombineerd met het veldonderzoek. Van 100 kunstgrasvelden zijn 600 monsters onderzocht. Daarmee is duidelijk geworden welke stoffen voorkomen in het rubbergranulaat.
In een ander onderdeel van het uitgebreide onderzoek is in een lab gekeken in welke mate er stoffen onder bepaalde omstandigheden vrij kunnen komen. Denk hierbij aan huidcontact of het inslikken van het granulaat. Voor de te gebruiken methoden en selectie van stoffen is ook gekeken naar de aanpak en resultaten van internationale onderzoeken. Daarnaast is de onderzoeksopzet ter toetsing voorgelegd aan een wetenschappelijke begeleidingscommissie.
De uitkomsten van de verschillende onderzoeken leiden nu tot de conclusie dat het veilig is om op kunstgras met rubbergranulaat te sporten.
Hoe nu verder?
Bijgevoegd treft u het onderzoeksrapport aan dat het RIVM zojuist online heeft gezet. Dit is eerder dan verwacht en afgesproken doordat de onderzoeksresultaten reeds in diverse media circuleren. Andere relevante documenten zullen zo snel mogelijk worden nagezonden.
• Een Q&A-lijst die door de meest relevante partijen (zie hierboven) wordt gehanteerd
• De aanbiedingsbrief van de minister van VWS aan de Tweede Kamer
• Het RIVM-onderzoek zelf (het wetenschappelijk onderzoek in het Engels, volgt over enkele weken)
Verder zijn de volgende ondersteunde diensten georganiseerd:
• Een telefonische publieksinformatielijn van RIVM (0800-0480)
• Op www.rivm.nl, zijn alle relevante gegevens en het onderzoek zelf opgenomen
• Een 24/7 webcare. Dit is met name het monitoren van uitingen op social media en het waar nodig feitelijk bijsturen van onjuiste interpretatie van de onderzoeksresultaten
• Een doorgeleiding van vragen en/of vragenstellers naar de relevante stakeholders, zoals Vereniging Sport en Gemeenten, GGD GHOR en de KNVB
• Deze organisatie hebben eveneens een (telefonische) helpdesk ingericht
• Op de website www.sportengemeenten.nl is het dossier kunstgras geactualiseerd met de laatste informatie.
Wat adviseert Vereniging Sport en Gemeenten verder?
• Wij adviseren gemeenten in gesprek te gaan met de lokale (voetbal)clubs om de uitkomsten van het onderzoek te bespreken. GGD GHOR kan daarbij eventueel van dienst zijn. Ook de KNVB kan in overleg met gemeenten eventueel ondersteunen.
• Maakt u daarbij zoveel mogelijk gebruik van de meegezonden Q&A-lijst. Deze is ook bij de GGD GHOR bekend.
• Mocht u toch overwegen – al dan niet op termijn – het met rubbergranulaat ingestrooide kunstgras te vervangen, laat u dan eerst goed informeren over de gevolgen voor bespeelbaarheid (niet alle infill geeft hetzelfde resultaat), de financiële consequenties en de kennis van de gezondheids- en milieueffecten van die andere infill. Bij Vereniging Sport en Gemeenten zijn overigens geen onderzoeken daarnaar op dit moment bekend.
Vragen?
Voor vragen kunt u via de mail terecht op info@sportengemeenten.nl, of telefonisch 070 37 38 055. Voor eventuele dringende vragen kunt u bellen met 06 42 43 32 12 (André de Jeu, directeur Vereniging Sport en Gemeenten). Tussen Kerst en Oud & Nieuw kunt u het beste mailen, of gebruik maken van het genoemde 06-nummer.
Mocht er nadere informatie komen, dan zullen wij u daarvan uiteraard op de hoogte stellen.
Met vriendelijke groet,
André de Jeu
Directeur Vereniging Sport en Gemeenten
Document 1 : Klik hier Ministerie VWS
Document 2 : Klik hier RIVM report
[Update 29 nov.] Beste bestuurder, naar aanleiding van recente berichten in de media over rubbergranulaat op kunstgrasvelden, hecht de KNVB er waarde aan verenigingen op de hoogte te houden van de actuele stand van zaken. De berichten in de media van zondag en maandag zijn gebaseerd op een onderzoek dat is uitgevoerd door de autobandenbranche. Voor de veiligheid van het sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat richt de KNVB zich op de resultaten van het officiële onderzoek dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid (VWS) momenteel uitvoert.
De resultaten van dit onderzoek zijn medio december bekend. Voor de KNVB zijn de resultaten uit dit onderzoek leidend. Het RIVM en Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben onlangs ook aangegeven dat op basis van de huidige gegevens er geen reden is te stoppen met sporten op de kunstgrasvelden.
Wat levert het onderzoek van RIVM op?
In het onderzoek van het RIVM wordt onder meer vastgesteld welke stoffen er in het rubbergranulaat zitten, in welke mate stoffen vrijkomen en wat dit betekent voor de gezondheid van sporters. Ook de huidige normen van rubbergranulaat in de velden zijn onderdeel van de studie. Hieronder de uitleg van het RIVM over de onderzoeksopzet.
Het RIVM gaat op twee manieren op zoek naar meer kennis over rubbergranulaat op sportvelden en eventuele effecten op de gezondheid.
1. Met een literatuuronderzoek beoordeelt het RIVM de onderzoeksresultaten van relevante, internationale literatuur.
2. Met een veld- en laboratoriumonderzoek moet duidelijk worden welke chemische stoffen er in het rubbergranulaat zitten en of die stoffen vrijkomen uit de korrels.
Het literatuuronderzoek en het veldonderzoek leiden tot inzichten in:
• De samenstelling van het rubbergranulaat op voetbalvelden in Nederland: welke chemische stoffen zitten er in?
• De mate waarin deze stoffen mogelijk vrijkomen uit de korrels.
• Manieren waarop mensen in aanraking kunnen komen met de chemische componenten (mogelijke blootstellingsroutes).
• Wat er bekend is over gezondheidseffecten van rubbergranulaat in de internationale wetenschappelijke literatuur.
• Een overzicht van normen voor rubbergranulaat in de huidige regelgeving.
De resultaten van het onderzoek moeten duidelijkheid geven in de chemische stoffen in rubbergranulaat en de mogelijke gezondheidseffecten voor sporters.
Klankbordgroep
De KNVB maakt gezamenlijk met onder meer VWS, GGD, VSG en VACO onderdeel uit van een klankbordgroep van het onderzoek. Er is een maatschappelijke en een wetenschappelijke klankbordgroep, waarbij de voetbalbond in de maatschappelijke klankbordgroep zit. De klankbordgroepen dragen beide op verschillende manieren bij aan de kwaliteit van het onderzoek.
Europees onderzoek
Het European Chemicals Agency voert momenteel in opdracht van de Europese Commissie onderzoek uit naar de samenstelling van de stoffen van rubbergranulaat en de effecten daarvan op de gezondheid van mensen. De resultaten van dit onderzoek worden rond februari 2017 verwacht.
Met vriendelijke groet,
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND
Bron: Email van Knvb: Onderzoek RIVM leidend; medio december resultaten bekend
[Status 11 nov.]
Via de wethouder van sport (Paul Loermans) ontving vv Alverna onderstaande brief waarin een update wordt gegeven omtrent het onderzoek naar eventuele gevolgen van het gebruik van rubbergranulaat op de kunstgrasvelden. Graag delen wij deze informatie, zodat u op de hoogte bent v.w.b. het verloop van de RIVM en SGS onderzoeken.
M.vr.gr,
Klaas Fokkema (voorzitter).
Van: Vereniging Sport en Gemeenten
Verzonden: donderdag 10 november 2016
Onderwerp: Stand van zaken onderzoek rubbergranulaat op sportvelden
Geachte wethouder sport,
Gisteren (woensdag 9 november) zijn de laatste monsterafnames gedaan door het RIVM. In totaal zijn honderd kunstgrasvelden met rubbergranulaat bemonsterd, waarbij naast voetbalvelden ook enkele korfbalvelden en Cruijff-courts in de steekproef zijn meegenomen. De steekproef is een willekeurige selectie van locaties in Nederland, de leverancier van het materiaal, de ouderdom van het rubbergranulaat en de frequentie van het gebruik. Hiermee vormt de steekproef een representatieve afspiegeling van de kunstgrasvelden met rubbergranulaat in Nederland.
Alle monsters worden standaard geanalyseerd op risicovolle stoffen waarvan al bekend is dat die in rubbergranulaat kunnen zitten. Dit zijn PAK’s, zware metalen, vluchtige organische stoffen en Ftalaten (weekmakers). In eerdere studies is ook naar deze stoffen gekeken. Daarnaast wordt er aanvullend onderzoek gedaan aan een beperkte set van monsters. Deze proeven kosten meer tijd en zijn arbeidsintensief. Om er zeker van te zijn dat er geen verdachte stoffen over het hoofd worden gezien wordt een “General unknown screening” uitgevoerd. De focus ligt daarbij op het detecteren van eventuele stoffen waar niet standaard naar gekeken wordt.
Parallel aan het veldonderzoek is het RIVM ook op andere manieren op zoek naar meer kennis over rubbergranulaat op sportvelden en eventuele effecten op de gezondheid. Met een literatuuronderzoek beoordeelt het RIVM alle relevante wetenschappelijke publicaties. Deze bevindingen worden gecombineerd met het veldonderzoek waarmee duidelijk moet worden welke stoffen voorkomen in het rubbergranulaat.
Vanuit het RIVM wordt op dit moment ook de laatste hand gelegd aan de enquête formulieren. Deze worden door het RIVM voorgelegd aan die sportverenigingen die bemonsterd zijn. De contactpersonen wordt gevraagd de enquête in goed overleg in te vullen met de beheerder en eigenaar van het veld (= vaak gemeente).
Het streven is dat 15 december de onderzoeksgegevens bekend zijn. Wij zullen de gemeenten hierover informeren zodra deze informatie bij ons bekend is.
Alternatief onderzoek
Zoals wij in de mail van maandag 31 oktober hebben aangegeven, biedt de Vereniging Band en Milieu en VACO, de branchevereniging voor de banden- en wielenbranche, veldeigenaren de mogelijkheid hun velden met SBR-granulaat aan te melden voor bemonstering. Aanmelden voor deze check kan tot 1 december 2016 via de website www.SBRcheck.nu .
Via onafhankelijk onderzoek door SGS wordt getest op het gehalte Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAKs) in het rubbergranulaat. Dit geeft aan veldeigenaren de mogelijkheid om inzicht te krijgen in hun specifieke situatie. Deze check is daarmee minder uitvoerig dan het onderzoek van het RIVM, waarbij is getoetst op ruim veertig stoffen.
SGS is wereldleider op het gebied van inspectie, controle, analyse en certificering, coördineert de toetsing van de kunstgrasvelden en voert dit uit. In eerste instantie kijkt SGS naar het aanlegjaar en de leverancier van het rubbergranulaat: dit biedt vaak al voldoende informatie over het gehalte aan PAKs in het granulaat. Als er aanleiding is om ook een monster te nemen van het materiaal, wordt daartoe in overleg met de aanvrager overgegaan. Na het onderzoek krijgt de aanvrager te horen hoeveel PAKs er in het granulaat zitten.
Bij de monsterneming op de kunstgrasvelden wordt gebruik gemaakt van het protocol voor de monsterneming van granulaire bouwstoffen uit het Besluit bodemkwaliteit, SIKB protocol 1002. Deze wijze van bemonsteren komt overeen met de methode van het RIVM.
Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn geweest,
Met vriendelijke groet,
André de Jeu
Directeur
Vereniging Sport en Gemeenten
Den Haag